mr. dr. ing. Peter de Haan, advocaat
ArchitectuurNL | 20-04-2020
Op 17 april 2020 heeft minister Ollongren de Tweede Kamer bericht dat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen niet op 1 januari 2021 in werking zal treden. Niet verrassend nu zij met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in een bestuursakkoord heeft afgesproken dat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen tegelijkertijd met de Omgevingswet in werking treedt. En op 1 april 2020 is de Tweede Kamer al bericht dat de Omgevingswet niet met de jaarwisseling in werking kan treden.
Nieuwe inwerkingtredingsdatum
In een nieuwsbericht van 9 april 2020 van de VNG staat dat de nieuwe datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet vermoedelijk in mei van dit jaar bekend wordt gemaakt. ‘Het streven is om het uitstel zo kort mogelijk te houden, maar om uiteraard wel tot een realistische nieuwe datum voor de inwerkingtreding te komen’, aldus de VNG. Grote wetswijzigingen vinden meestal plaats op 1 januari of 1 juli. Een inwerkingtreding een halfjaar later is onwaarschijnlijk met de onzekerheden rond de coronacrisis. Een logische nieuwe datum voor inwerkingtreding is 1 januari 2022.
Minister Ollongren schrijft in haar brief van 17 april 2020 de Tweede Kamer vóór de zomer van 2020 te informeren over een definitieve invoeringsdatum van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Het tijdspad is mede afhankelijk van de ontwikkelingen rond het stelsel van de Omgevingswet, en wordt in onderlinge samenhang bezien, aldus de minister.
Coronavirus
Bij de nieuwe invoeringsdatum zal de minister ook meewegen dat door het coronavirus een deel van de capaciteit en prioriteiten van de ketenpartijen thans noodzakelijkerwijs elders liggen, terwijl er wel voldoende tijd moet zijn om ook na de coronacrisis ervaringen in proefprojecten op te doen met de implementatie van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. De minister zal ook meewegen dat het verschuiven van de invoeringsdatum van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen voor partijen die moeten investeren in de nieuwe marktactiviteiten die het gevolg zijn van deze stelselwijziging, veel onzekerheid geeft en daarmee de implementatie bemoeilijkt. Zij zijn gebaat bij duidelijkheid over het moment van inwerkingtreding, zodat zij hun investeringen daarop af kunnen stemmen, aldus Ollongren.
Dit jaar nog gedeeltelijke inwerkingtreding
Hoewel de minister dit niet schrijft, volgt wel impliciet uit haar brief dat dit jaar de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen nog gedeeltelijk in werking treedt. Zij stelt dat met het instellen van de toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw dit jaar nog een belangrijke schakel in het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging operationeel wordt. Deze toelatingsorganisatie gaat onder meer over het toelaten van instrumenten van kwaliteitsborging (beoordelingsmethodieken) waarmee kwaliteitsborger (private toetsers) beoordelen of bouwwerken in aanbouw voldoen aan de bouwtechnische voorschriften.
Toelatingsorganisatie
Bepalingen uit de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen moeten in werking treden om de oprichting en het opereren van de toelatingsorganisatie mogelijk te maken. Zonder gedeeltelijke inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen heeft de toelatingsorganisatie geen bevoegdheden. Nu de toelatingsorganisatie dit jaar nog operationeel wordt, zal dus ook dit jaar nog het deel van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen dat gaat over de toelatingsorganisatie (artikel 7ak – 7ap Woningwet nieuw) in werking treden.
De wijze waarop de toelatingsorganisatie instrumenten toelaat tot het stelsel van kwaliteitsborging wordt op een lager niveau in een algemene maatregel van bestuur uitgewerkt. Ook die lagere regelgeving zal dus deels dit jaar nog in werking treden.
Binnenkort verdere uitwerking van het stelsel
In haar brief van 17 april 2020 schrijft minister Ollongren dat het kabinet in de komende periode onverkort zal doorgaan met de voorbereidende activiteiten die voorwaardelijk zijn voor een succesvolle invoering van het stelsel van kwaliteitsborging. Het ontwerp van de algemene maatregel van bestuur ter nadere uitwerking van de regels over het stelsel van kwaliteitsborging stuurt zij binnenkort dat in het kader van de voorhangprocedure naar de Tweede Kamer.
Een voorloper van het ontwerp van deze algemene maatregel van bestuur is het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen (Stcrt. 2017, nr. 24681). In de nieuwe ontwerp algemene maatregel van bestuur zullen weer regels worden opgenomen over welke categorieën bouwwerken tot gevolgklasse 1 behoren, waarvoor het nieuwe stelsel als eerste zal gelden. Ook komen daarin de eisen voor de risicobeoordeling bij de aanmelding en het dossier bevoegd gezag bij de gereedmelding terug. Daarnaast de eisen voor de kwaliteitsborger, waaronder zijn opleidingsniveau. Tevens komt in de algemene maatregel van bestuur tot uitdrukking wat de procedure is om een instrument voor kwaliteitsborger toe te laten door de toelatingsorganisatie.
Voldoende kwaliteitsborgers en proefprojecten
In het bestuursakkoord staat dat inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen niet alleen gekoppeld is aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet maar dat ook aan allerlei aanvullende eisen moet zijn voldaan voordat het stelsel van kwaliteitsborger geldt. Onder meer moeten er voldoende kwaliteitsborgers zijn en 10% van alle bouwplannen onder gevolgklasse 1 zijn proefgedraaid.
Streven is om 10% van de bouwprojecten uit te voeren
Minister Ollongren verduidelijkt in haar brief van 17 april 2020 dat de ambitie om 10% van de bouwprojecten uit te voeren als proefproject geen expliciete voorwaarde is voor inwerkingtreding van het nieuwe stelsel, maar is wel een belangrijk streven. Hoe groter het volume is aan proefprojecten, des te meer ervaring er kan worden opgedaan. Dat betekent dan weer dat er een gedegen voorbereiding is en de inwerkingtreding soepeler kan verlopen. Naast het volume – dat mede afhankelijk is van de bereidheid van gemeenten en bouwende partijen om deel te nemen aan pilots – is het minstens zo belangrijk om een brede diversiteit in bouwtrajecten te beproeven, de zogenaamde representatieve doorsnede. Dit zorgt ervoor dat er een goed beeld ontstaat van eventuele knelpunten die opgelost moeten worden, aldus de minister. Met andere woorden, het is geen harde eis dat in alle gemeenten 10% van de bouwplannen die onder gevolgklasse 1 vallen als proefproject zijn getest.
Kwaliteitsborgers
Ook geeft Ollongren aan dat vermoedelijk minder kwaliteitsborgers nodig zijn om het nieuwe stelsel voor gevolgklasse 1 in werking te laten treden. Uit haar brief volgt niet dat het een onmogelijke opgave zal zijn om binnen redelijke termijn voldoende kwaliteitsborgers op te leiden. Zeer terecht merkt ze wel op dat alleen meer kwaliteitsborgers kunnen worden aangenomen als er voldoende werk voor ze is. ‘Een kip en het ei’-verhaal dus.
Investeringen doen
Het is van groot belang dat de nieuwe inwerkingtredingsdatum niet meer verschuift en definitief vaststaat van de zomer. Alle partijen in de bouwkolom zullen grote investeringen moeten doen om zich voor te bereiden op de stelselwijziging. Niet in de laatste plaats door de bedrijven die extra kwaliteitsborgers zullen gaan aannemen. Die zullen op korte termijn willen doorgaan. Andere bouwpartijen zijn echter met name bezig met de stikstofcrisis en coronacrisis. Een lastige keuze dus om een geschikt moment te kiezen.
mr. dr. ing. Peter de Haan, advocaat