/ Verborgen gebreken regeling
De huidige verborgen gebreken regeling houdt – vereenvoudigd gezegd – het volgende in. De aannemer is niet meer aansprakelijk voor gebreken die de opdrachtgever bij de oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken. Onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen valt deze bescherming voor de aannemer weg. Het kan zijn dat de aannemer langer aansprakelijk is.
In artikel 7:758 lid 4 Burgerlijk Wetboek staat namelijk:
“In afwijking van het derde lid, is bij aanneming van bouwwerken de aannemer aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In andere gevallen kan van dit lid alleen ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, indien dit uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen.”
Ook na de oplevering is de aannemer aansprakelijk voor gebreken. Dat is echter niet het geval als het gebrek de aannemer niet is toe te rekenen. Dat zal de aannemer echter zelf moeten bewijzen.
De aannemer kan met de professionele opdrachtgever overeenkomen dat hij niet aansprakelijk is voor gebreken die bij de oplevering niet zijn ontdekt. Dat moet dan wel in de overeenkomst zelf staan en niet in de algemene voorwaarden daarbij. Bij een bouwconsument als opdrachtgever kan niet van artikel 7:758 lid 4 Burgerlijk Wetboek worden afgeweken.