WKB Bouwmelding _ borgingsplan

/ Waarschuwing opdrachtgever

In artikel 7:754 lid 2 Burgerlijk Wetboek is de waarschuwingsplicht van de aannemer aan zijn opdrachtgever geformaliseerd. Daarin staat het volgende:

“Bij aanneming van een bouwwerk geschiedt een waarschuwing als bedoeld in lid 1 schriftelijk en ondubbelzinnig en wijst de aannemer de opdrachtgever tijdig op de mogelijke gevolgen voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.”

Met andere woorden, de aannemer moet zijn opdrachtgever “schriftelijk en ondubbelzinnig” waarschuwen. De meningen zijn verdeeld hoe belangrijk het is dat de waarschuwing daadwerkelijk schriftelijk is. Vanuit het oogpunt van bewijs is in ieder geval aan te raden dat de aannemer zijn opdrachtgever schriftelijk waarschuwt.